Tarieven waterschapsbelasting 2018 vastgesteld

Gepubliceerd op 19 december 2017

De belasting die het waterschap in rekening brengt, gaat voor gezinnen in 2018 gemiddeld met 3,7% omhoog. Dit betekent dat een gezin met kinderen en een eigen woning volgend jaar gemiddeld 15 euro meer gaat betalen dan in 2017. Deze stijging wordt veroorzaakt door inflatie, maar bijvoorbeeld ook door stijgende kosten voor klimaatadaptatie en het tegengaan van bodemdaling in het veenweidegebied. Daarnaast spaart het waterschap voor de vernieuwing van de zuiveringsinstallatie in Utrecht.

De tarieven zijn op 13 december 2017 vastgesteld door het algemeen bestuur.

Welke belastingen zijn er?

Het beheer en onderhoud van het watersysteem en het zuiveren van afvalwater kost geld. Het waterschap ontvangt geen geld van het Rijk of andere overheden, maar heft belasting bij de inwoners en bedrijven binnen het werkgebied. De waterschapsbelasting bestaat uit twee soorten heffingen: de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing.

Vanuit de zuiveringsheffing wordt onder meer het schoonmaken van het afvalwater van huishoudens en bedrijven betaald. De watersysteemheffing is voor het onderhoud van dijken en het beheer van de kwantiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater.

Verschillen in tariefstijging

Het tarief voor de zuiveringsheffing stijgt met 2,7%. Het tarief voor de watersysteemheffing gaat gemiddeld met 2,6% omhoog. Een gezin met een huurhuis betaalt ongeveer acht euro meer dan vorig jaar. Voor mensen met een eigen woning stijgen de tarieven iets meer, met ongeveer 3,7 %. Een deel van de waterschapsbelastingen is namelijk afhankelijk van de WOZ-waarde. Deze waarde is met gemiddeld 6,4% gestegen, wat leidt tot hogere waterschapsbelastingen.

Het tarief voor ongebouwde onroerende zaken, agrarische percelen en wegen, stijgt met 9,5 %. De oorzaak hiervan is dat de kostentoedelingsverordening is aangepast. In deze technische verordening worden de kosten van het waterbeheer verdeeld over verschillende categorieën belastingbetalers (inwoners, huizenbezitters, bedrijven, eigenaren van agrarische percelen en natuur). Die verdeling gebeurt op basis van economische waarde. Hoe hoger deze waarde is, hoe groter het belang van het werk van het waterschap. De waarde van ongebouwde percelen is in de jaren 2010-2016 gestegen, terwijl de waarde van woningen (gebouwde percelen) in deze periode is gedaald. Hierdoor krijgen de eigenaren van ongebouwde percelen een groter deel van de totale kosten voor hun rekening.

Belastingaanslag van de BghU

Vanaf eind januari krijgen veel huishoudens de jaarlijkse aanslag voor de waterschapsbelasting in de bus. Het innen van de belastingen van De Stichtse Rijnlanden gebeurt door de BghU, de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht.


De tarieven 2018

Tarieven 2018

Naar de begroting 2018