Waterschap bezuinigt op maaien van watergangen

Het waterschap gaat onderzoeken of het structureel kan bezuinigen op het maaionderhoud van sloten, weteringen en rivieren. In veel gebieden zullen de waterplanten niet twee, maar één keer worden verwijderd. Waterschapsbrede bezuinigingen, zijn de directe aanleiding om ook kritisch naar het maaionderhoud te kijken. Hieruit bleek dat minder maaien niet alleen geld bespaart, maar ook kansen biedt voor waterkwaliteit en ecologie. Om ervaring op te doen is 2014 een proefjaar. Eind van het jaar bepaalt het waterschapsbestuur op basis van een evaluatie, of en zo ja op welke manier de bezuiniging op het maaien verder vorm krijgt. De maatregel levert in 2014 een besparing op van 350.000 euro.

Inzicht in gevolgen

Het waterschap verwacht dat minder maaien een positief effect heeft op de waterkwaliteit en ecologie. Waterplanten zorgen voor schoon en gezond water doordat ze stoffen opnemen uit het water en een schuil- en paaiplaats bieden voor waterdieren.
Minder bekend zijn de precieze gevolgen voor de aan- en afvoer van water, de waterkwantiteit. Vandaar dat is gekozen voor een proefjaar. Het waterschap krijgt het komend jaar meer inzicht in de precieze gevolgen voor de waterpeilen in de watergangen. Extra waterplanten zorgen immers voor meer weerstand bij de aan- en afvoer van water. De verwachting is dat peilen, met name na heftige regenval, zullen stijgen en dat de peilen ook langer hoog zullen blijven.
Het waterschap bezuinigt ook op de afvoer van de verwijderde waterplanten. Het afvoeren van de overtollige waterplanten langs wegen in het buitengebied, maakt plaats voor het wegzetten op de slootkant. Ook laten we meer waterplanten afdrijven naar locaties stroomafwaarts waar ze centraal uit het water worden gevist.

Maatwerk in gebieden

In de voorbereiding is goed gekeken naar ervaringen met het waterbeheer in de verschillende deelgebieden. De inschatting is dat minder maaien in de Lopikerwaard geen problemen oplevert. In de andere gebieden is op watergangniveau gekeken naar de functie van een watergang, de te verwachten vervolgschade en de kostprijs van het onderhoud van een watergang. In gebieden die nu regelmatig kampen met wateroverlast, verandert er niets aan het aantal maaibeurten.

Ervaringen inwoners meenemen in evaluatie

Aan het eind van 2014 volgt een evaluatie. Naast de eigen ervaringen, neemt het waterschap daarbij ook de ervaringen van inwoners en belangenverenigingen mee. Voor de agrarische ondernemers is de aan- en afvoer van water belangrijk voor hun bedrijfsvoering. Maar ook recreanten zoals vissers en kanoërs krijgen te maken met extra planten in het water. Het waterschap gaat belanghebbenden benaderen voor de evaluatie.

Bezuinigen waterschapsbreed noodzakelijk

De bezuiniging op het maaionderhoud is een van de maatregelen om de stijgende kosten voor het waterbeheer in te perken. Een belangrijke oorzaak van de kostenstijging is de bijdrage die het waterschap moet leveren aan het landelijke programma voor de versterking van de dijken, het hoogwaterbeschermingsprogramma. Om te voorkomen dat deze kostenstijging leidt tot hogere tarieven voor burgers en bedrijven, is in het waterschapsbestuur besloten om vanaf 2014 flink te bezuinigen.
Deze bezuinigingen lopen op van 5 miljoen in 2014 tot 11 miljoen in 2017. Ongeveer 10% van de totale waterschapsbegroting. De bezuiniging op het maaien levert in 2014 een bezuiniging op van 350.000 euro.