Tweede Kamerlid bezoekt innovatieve waterzuiveringsinstallatie Houten

Gepubliceerd op 11 juni 2024

Geert Gabriels (GroenLinks-PvdA) heeft de onderwerpen Milieu, Water, Ruimtelijke ordening en Duurzaam bouwen in zijn portefeuille. Op uitnodiging van de Unie van Waterschappen bracht hij een werkbezoek aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Houten. Op deze installatie van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) worden d.m.v. een innovatief proces medicijnresten uit het afvalwater gefilterd. Op de locatie ging hij in gesprek met Nanda van Zoelen en Gijs Stigter, beiden hoogheemraad bij HDSR.

Innovatieve ozon-installatie filtert medicijnresten uit rioolwater

Via ontlasting en urine komen medicijnresten in het rioolwater terecht; ieder jaar zo’n 509 ton. Medicijnresten zijn een risico voor dieren en planten die in het oppervlaktewater leven (RIVM, 2020). Met de gangbare zuiveringsmethoden kan een aanzienlijk deel van de medicijnresten niet uit het afvalwater gefilterd worden. Dit deel komt dus via de rioolwaterzuivering in het oppervlaktewater terecht. Om dit te voorkomen, werken de waterschappen in een aantal proefprojecten aan mogelijke oplossingen. In Houten wordt sinds 2023 gewerkt met een ozoninstallatie. Deze nieuwe zuiveringsmethode vermindert het gehalte aan medicijnresten met 70%. Het gezuiverde water wordt vervolgens in het Amsterdam-Rijnkanaal geloosd. De rwzi in Houten is de eerste in Nederland met een ozoninstallatie.

Uitdagingen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater

Met de ozoninstallatie werkt het waterschap aan het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Hiervoor gelden doelen die in 2027 behaald moeten worden; de zogenoemde Europese Kaderrichtlijn Water. Tijdens het werkbezoek is er ook gesproken over de uitdagingen waar het waterschap nog meer tegen aanloopt bij het behalen van deze doelen. Zo is er onder andere gesproken over het ontbreken van een landelijke aanpak tegen het achteruitgaan van de waterkwaliteit door uitheemse rivierkreeften. Ook aan bod kwam de vraag wat er nodig is om meer grip te krijgen op de directe en indirecte lozingen op het oppervlaktewater.