Britten onder indruk aanpak bodemdaling veenweidegebied waterschap
Een delegatie van Britse ministeries kwam onlangs naar het Kennis Transfer Centrum (proefboerderij) in Zegveld. Ze wilden meer weten hoe Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden bodemdaling en broeikasgasuitstoot in het veenweidegebied reduceert. Harm de Jong, projectleider van het onderzoeksprogramma ‘Bodemdaling veenweide’ van het waterschap, nam de Britten mee in de onderzoeken in de gebiedsprocessen.
Ook in Groot-Brittannië daalt de bodem flink in de veengebieden. Akkerbouw op veengronden veroorzaakt daar meer dan 60% van de broeikasgasuitstoot uit veen. Ongeveer 20% is afkomstig uit de veenweide graslanden. Daarom zijn ze geïnteresseerd in de maatregelen die de Nederlandse agrariërs samen met het waterschap nemen in de diverse veenweidepolders. En naar het effect ervan en de rolverdeling van belanghebbenden binnen een gebiedsproces.
Opvallende verschillen
Onze werkwijze past alleen niet bij hun watersysteem. Dat is vooral gericht op de afvoer van water en niet op de aanvoer. Ze kunnen maar beperkt water vasthouden voor vernatting van hun veengebieden. Waterinfiltratie is daarom geen geschikte maatregel voor de reductie van bodemdaling en broeikasgassen. Op één locatie is wel waterinfiltratie toegepast: bij een akkerbouw veengrond. Hier voeren ze water aan vanuit enorme waterreservoirs.
Onder de indruk
De bezoekers waren onder de indruk van onze aanpak en de uitrol van maatregelen in de praktijk. Dat geldt ook voor de diverse nieuwe initiatieven die agrariërs (bottom-up) organiseren om maatschappelijke opgaven op te lossen. De reactie van de gasten was veelzeggend: “Well done waterschap!”
Projectleider Harm de Jong neemt de Britten mee in de aanpak en onderzoeken in gebiedsprocessen.
De Britse delegatie bezocht ook andere veenweidegebieden in Nederland. In Friesland houden ze waterbuffels in het veengebied.