Succesvolle eerste toepassing RE:PEAT
Op 8 maart is RE:PEAT voor het eerst toegepast. Tien experts van diverse organisaties hebben tijdens een werksessie geprobeerd met behulp van RE:PEAT te komen tot een gezamenlijke aanpak van bodemdaling. De experts hadden per tweetal elk hun eigen rol: het waterschap, de gemeente en provincie, de bewoners en bedrijven, de agrariërs en de natuur- en milieuorganisaties.
Per rol was een laptop met RE:PEAT beschikbaar. De laptops waren onderling verbonden, zodat iedereen tegelijk en interactief de simulatie kon beïnvloeden.
De simulatie richtte zich op de omgeving van het dorp Driebruggen
De opdracht was om in een tijdsbestek van 20 jaar tot een optimale verdeling te komen van de kosten en baten van bodemdaling. Iedereen maakte deel uit van dezelfde simulatie, maar kon op zijn eigen laptop zelf bepalen hoe de simulatie in beeld werd gebracht: vanaf straatniveau, vanuit een helicopterview, met een realistische weergave, of juist met een thematische invalshoek.
Iedereen had ook specifieke informatie voor zijn eigen rol
Bijvoorbeeld de kosten van het waterbeheer (is het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te beheren) of de landbouwkundige opbrengst. En elke rol had specifieke mogelijkheden de simulatie te beïnvloeden. Bijvoorbeeld door het waterpeil te verhogen, door onderwaterdrainage aan te leggen, of door te onderhandelen over een kavelruil. Dat vereiste natuurlijk dat iedereen alle informatie goed moest bestuderen, om tot een slimme strategie te komen.
Het leuke was dat tijdens de simulatie niemand aan zijn laptop bleef gekluisterd
Iedereen zocht juist de interactie op. Dat is ook logisch, want voor een goede aanpak van bodemdaling moet je immers samenwerken en voor elke plek op zoek naar gebiedsgericht maatwerk. En dat ging erg goed. Ondanks de belangentegenstellingen kwam de samenwerking tot stand. Er werden bijvoorbeeld subsidies verstrekt om onderwaterdrainage aan te leggen en er werden kavels geruild om tot een beter werkbare indeling te komen.
Het sluitstuk was een groepsdiscussie, waarin iedereen kon reflecteren op elkaars strategie en tevens de algemene indruk van RE:PEAT kon delen. Dat was een feest om te horen! Het was duidelijk dat iedereen zich sterk inleefde in zijn rol: “Je voelt een stuk realiteit van wat er speelt, waar het om gaat. Dat is heel essentieel voor je beleving.” Daarnaast bleek RE:PEAT een sterke stimulans voor de samenwerking: “Je ervaart de complexiteit. Je merkt dat het niet gaat om al die getalletjes op zich, maar om de manier waarop alles wat je doet de belangen van anderen raakt. Door de interactie krijg je zin daar een oplossing voor te vinden.” En tenslotte, niet onbelangrijk, het is ook nog eens gewoon leuk: “Dit was misschien wel het leukste overleg wat ik tot nu toe heb meegemaakt. Je merkt dat je met mensen waar je anders een stug gesprek mee hebt, ook los en informeel kan praten. Was elk overleg maar zo leuk!”
Hoe nu verder?
Hoewel RE:PEAT nu al goed werkt en klaar is voor verdere toepassingen, hebben we ook nog een heleboel tips gekregen om RE:PEAT nog veder te verbeteren. De komende maanden gaan we dus verder aan de slag met het doorvoeren van verbeteringen. Maar vooral met de toepassing in gebiedsprocessen. Want eigenlijk was er na 8 maart maar één echte conclusie te trekken: dit smaakt naar meer! RE:PEAT dus!
RE:PEAT is ontwikkeld door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Tygron en het Copernicus Instituut, in samenwerking met de STOWA, de provincie Zuid-Holland, TAUW, het LEI, Alterra, Deltares en het PBL.