Conditionerende onderzoeken
Onderzoeken die nodig zijn voor versterking van de Lekdijk
De Lekdijk beschermt een groot deel van Midden- en West-Nederland tegen overstroming. Als de Lekdijk doorbreekt kan een groot deel van de Randstad overstromen, tot Amsterdam aan toe. Daarom wordt de komende 10 jaar aan de Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven gewerkt. De dijk wordt versterkt. Tegelijkertijd voeren we grootonderhoud uit. Daarmee zorgen we ervoor dat de dijk ook in de toekomst voldoende veilig is en voldoet aan de normen die sinds 2017 gelden.
Waarom onderzoeken?
Voor de start van én tijdens de werkzaamheden aan de dijk, heeft het waterschap veel informatie nodig over de dijk en uiterwaarden en alles wat daarmee te maken heeft. Zoals informatie over de ondergrond, de staat van de omliggende woningen/gebouwen en de aanwezige bomen. Maar ook over kabels en leidingen die in de dijk en/of uiterwaarden liggen en eventuele verontreiniging in de grond. Om al deze informatie boven tafel te krijgen, voeren we verschillende onderzoeken uit. Soms kan dat achter het bureau (bureauonderzoek). Hiervan merkt u niets. Maar vaker gaan we de dijk op en de uiterwaarden in om het met eigen ogen te bekijken en gegevens te noteren (veldonderzoek). Als deze onderzoeken plaatsvinden ziet u mensen en soms machines op de dijk, op uw perceel of in de uiterwaarden aan het werk. In het blok vraag en antwoord kunt u zien in welke mate u hinder kunt ervaren van de verschillende onderzoeken.
Veldbezoeken zijn nodig om een goed ontwerp te kunnen maken
Om een goed ontwerp te kunnen maken, is veldbezoek nodig. Medewerkers van ons waterschap of van onze opdrachtnemers lopen zo nodig over de dijk, de uiterwaarden en soms over uw perceel. Ze zien en meten van alles. Ook maken ze vaak foto’s. Ontwerpers, tekenaars en technici krijgen zo een beeld van de omgeving. Wat kan wel en wat kan niet op deze locaties? Welke mogelijkheden zijn er om hier de dijk te versterken? Welke bijzonderheden treffen we aan in het landschap? Wat willen we behouden?
U woont misschien al langer aan de dijk, weet iets over het verleden en heeft kennis van de lokale situatie. Deze kunt u altijd meegeven aan de onderzoekers.
Voor de meeste onderzoeken is het van belang dat de te onderzoeken locaties bereikbaar zijn per auto met aanhanger. Hierin vervoeren wij materialen die nodig zijn voor de het nemen van de monsters, meetapparatuur en afgenomen monsters.
Als u aan de dijk of in de buurt van de dijk woont, moet het waterschap of de onderzoeker soms op uw perceel komen. Uiteraard stemmen we dit vooraf met u af. Na het doen van het onderzoek laten we de locatie achter zoals we die aantroffen. Dit geldt voor alle uit te voeren onderzoeken. Als er onverhoopt schade optreedt dan lossen wij dit op en geldt onze schaderegeling.
Contact
Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met de omgevingsmanager van uw traject. Contactgegevens kunt u vinden op de eigen pagina van het desbetreffende traject.
Een landmeetkundige opname is bedoeld om inzicht te krijgen in de bestaande situatie en deze in kaart te brengen. Daarnaast is het van belang om duidelijk te weten welke objecten er aanwezig zijn in het plangebied. Zo zorgen we ervoor dat alle relevante aspecten verwerkt kunnen worden in het ontwerp. Hiermee stellen we opbouw en hoogte/ligging van de bodem vast.
De werkzaamheden worden of met landmeetkundige apparatuur vanaf de grond uitgevoerd of met behulp van een drone. De ondergrond wordt tijdens de metingen niet verstoord. Apparatuur moet soms per auto worden vervoerd.
De sterkte van de dijk wordt berekend met behulp van geotechnisch onderzoek. Een belangrijk onderdeel van de analyse is de bodemopbouw. De dikte van de kleilaag, het type klei in de dijk en het soort zand dat in de dijk voorkomt, bepalen voor een groot deel de sterkte van de dijk. Het meten van het draagvermogen is belangrijk om een stevige dijk te maken waar bijvoorbeeld ook het verkeer overheen kan rijden
Om dit te bepalen wordt ook grondonderzoek uit het verleden gebruikt. Maar deze onderzoeken geven vaak te weinig informatie om tot een goede beoordeling van de sterkte te komen. In die gevallen vindt aanvullend grondonderzoek plaats op en rondom de dijk.
Het geotechnisch onderzoek kan bestaan uit de volgende handelingen:
- Handboringen: Dit veldonderzoek wordt meestal uitgevoerd op en rondom de dijk. Een enkele keer is een boring nodig in het voorland (land dat grenst aan de landzijde van de dijk). In die gevallen kan iemand uw perceel moeten betreden om handmatig een boring te plaatsen. Deze boringen gaan tot maximaal 5 meter diepte. Het boorgat wordt vervolgens opgevuld en afgedicht met kleikorrels.
- Mechanische boringen: Om de juiste informatie te krijgen, zijn soms boringen dieper dan 5 meter nodig. Dat lukt niet meer met een handboring. We voeren dan mechanische boringen uit. Ook deze boringen kunnen soms op uw perceel nodig zijn. Hierbij wordt een boorstelling gebruikt om voldoende diep in de ondergrond te komen. Zo’n boorstelling rijdt vaak op rupsbanden, maar soms op een kleine truck. Het boorgat wordt na de boring opgevuld en afgedicht met kleikorrels.
- Sonderen: Een sondering meet de sterkte van de grondlagen. Een sondering gaat dieper dan een handboring en gebeurt met behulp van een kleine truck. Ook sonderen kan soms nodig zijn op uw perceel. Het boorgat wordt vervolgens opgevuld en afgedicht met kleikorrels.
Grondwaterstanden zijn van invloed op de sterkte van de dijk. Daarom willen we weten tussen welke hoogtes de grondwaterstanden variëren. Daarnaast willen we kunnen meten of deze bandbreedte na de dijkversterking hetzelfde is gebleven.
Met geohydrologisch onderzoek stellen we dus de grondwaterstanden vast en de stroming van het grondwater, zoals kwel.
Het meten van grondwaterstanden gebeurt met behulp van peilbuizen. Aan de hand van de metingen worden computermodellen gebruikt om de grondwaterstromen te onderzoeken. De peilbuizen worden regelmatig afgelezen. Dat kan handmatig gebeuren of op afstand. De peilbuizen blijven tot 3 jaar na de dijkversterking aanwezig.
Peilbuizen worden aangebracht met een handboring of een mechanische boorstelling. Vaak moeten ook peilbuizen op uw perceel worden aangebracht. Daarvoor moeten we uw perceel betreden. Waar de peilbuizen precies moeten komen, stemmen we af met de eigenaar of pachter van het perceel. Soms worden de materialen per auto aangeleverd. Dit doen we zo dicht mogelijk bij de plaats waar de peilbuis moet komen. Ook dit doen we in overleg.
Meestal worden peilbuizen afgewerkt met een afsluitbare stalen schutkoker (boven de grond). Maar sommige schutkokers zijn hinderlijk bij landbewerking of kunnen door vee beschadigd worden. In die gevallen werken we de peilbuis ondergronds af met een straatpot. Zo staat de peilbuis niet in de weg tijdens het bewerken van het land en voorkomen we schade aan de peilbuizen door vee of voertuigen.
Natuurlijk willen we de geplaatste peilbuizen ook weer terug kunnen vinden. Om dit gemakkelijker te maken markeren we de locatie van een peilbuis met een (gekleurde) houten paal. De ondergronds afgewerkte locaties worden met minimaal twee (gekleurde) houten palen gemarkeerd. Deze zijn bij voorkeur geplaatst in de rijrichting van de landbewerking en kunnen tijdens bewerking van het land tijdelijk door de eigenaar verwijderd worden.
Met het verkennend (water)bodemonderzoek gaan wij na of er sprake is van bodemverontreiniging. Op locaties waar werkzaamheden voor versterking van de Lekdijk plaatsvinden, is het vaststellen van de grondkwaliteit belangrijk. Daarmee wordt namelijk bepaald of we met de maatregelen die we nemen, kunnen voldoen aan de door het Rijk opgelegde kaderrichtlijn water (KRW). Op basis van een positieve uitslag kunnen dan vergunningen voor de ontwerpen worden aangevraagd.
Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?
De onderzoeker doet handboringen (tot 5 m diepte) of mechanische boringen (dieper dan 5 m). Daarbij neemt de onderzoeker monsters van de verschillende grondlagen. Na afloop worden de boorgaten gedicht met kleikorrels, zodat er geen gaten overblijven. Door de kleikorrels ontstaan geen zwakke plekken in de bodem.
Sommige boorgaten worden voorzien van een peilbuis waarmee ook het grondwater bemonsterd kan worden. Deze peilbuizen blijven meestal een tijdje staan (soms meerdere jaren), zodat we de grondwaterkwaliteit kunnen blijven volgen. Wanneer de peilbuizen niet meer nodig zijn worden deze opgeruimd en worden de gaten met kleikorrels opgevuld.
In sommige gevallen moeten boringen in een wegdek worden gezet. Deze boringen zijn altijd mechanisch. We onderzoeken dan ook de kwaliteit van bijvoorbeeld een laag asfalt of het puin daaronder.
Op een aantal locaties in de uiterwaarden is materiaal aanwezig om de oevers te beschermen, zoals stortsteen. Dat wordt soms op bepaalde plekken verwijderd om natuurlijke oever-erosie mogelijk te maken. Hierdoor krijgen flora en fauna de kans zich opnieuw op deze locaties te vestigen. Het onderzoek naar het oever- beschermingsmateriaal heeft als doel de oeverbescherming van de Lekdijk in kaart te brengen en de kwaliteit ervan vast te stellen.
Bij onderzoek naar oever-beschermingsmateriaal moeten proefsleuflocaties ook toegankelijk en bereikbaar zijn voor een 17-tonsgraafmachine (zie afbeelding).
Vraag en antwoord
Het combineren van onderzoeken is meestal lastig. Dat komt doordat:
- De onderzoeken een ander doel dienen.
- De onderzoeken door verschillende specialisten worden uitgevoerd.
- We met de planning van de onderzoeken afhankelijk zijn van deze specialisten en de beschikbaarheid van hun benodigde materialen.
Ook een dijkversterking blijft mensenwerk. Het kan voorkomen dat u niet correct geïnformeerd bent over de onderzoeken, dat het langer duurt, of dat we later beginnen dan vermeld. Wij doen ons uiterste best u te informeren en afspraken te maken met onze onderzoekers om zich eerst bij u kenbaar te maken. Gaat er toch iets niet goed, neem dan direct contact met ons op met de omgevingsmanager van uw deeltraject. De contactgegevens vindt u op
Wilt u meer informatie over de onderzoeken? Neem dan contact op met de omgevingsmanager van uw dijk-traject. Deze vindt u bij uw deeltraject op onze website www.hdsr.nl/sterkelekdijk
Of iemand overlast of hinder ervaart is niet voor iedereen gelijk. Wij hebben een inschatting gemaakt hoeveel hinder wij verwachten dat u van de onderzoeken kunt ervaren. Dit geven we aan door de titel van de onderzoeken een kleur te geven.
🟩 = weinig tot geen hinder
🟧 = enige hinder
🟥 = ernstige hinder
Dit kan verschillen. Soms zijn het mensen in dienst van het waterschap, maar vaak besteden wij onderzoeken uit aan gespecialiseerde bureaus. Zij hebben hiervoor bijvoorbeeld geavanceerde apparatuur.
Niet altijd en overal vinden dezelfde onderzoeken plaats
Het werk aan de Lekdijk is een enorme klus. Daarom is de dijkversterking opgeknipt in zes deeltrajecten. De deeltrajecten starten niet tegelijk, zodat het ene traject kan leren van het andere. Elk deeltraject heeft zijn eigen gebiedskenmerken. Hierdoor kan de aanpak en uitvoering van de dijkversterking en het grootonderhoud voor ieder deeltraject en zelfs binnen het deeltraject verschillen. Dat betekent dat ook niet altijd en overal dezelfde onderzoeken plaatsvinden. Als er onderzoeken gaan plaatsvinden in uw deeltraject, ontvangt u hierover specifieke informatie, zoals de planning en de locaties van de onderzoeken.