Wat doet het waterschap als de Lekdijk bij werkzaamheden wordt afgesloten

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (het waterschap) versterkt de komende jaren de Lekdijk en de Nederrijndijk tussen Amerongen en Schoonhoven (55 km): het project Sterke Lekdijk. Met deze dijkversterking zorgen we ervoor dat de dijk veilig blijft en ook in de toekomst een groot deel van de Randstad tegen overstroming beschermt.

Dijkversterking gaat gepaard met inzet zwaar materieel en veel verkeersbewegingen

Het versterken van deze belangrijke dijk gaat gepaard met de inzet van grote en zware machines. Daarnaast vindt aan- en afvoer en verplaatsing plaats van grond en bouwmaterialen. Dit alles zorgt voor veel verkeersbewegingen rondom de dijk, die het doorgaand verkeer belemmeren. Daar waar dat kan, laten we het transport van grond via het water verlopen. Dat scheelt veel verkeersbewegingen door en rondom het projectgebied.

Veiligheid van weggebruikers én dijkwerkers staat voorop

Op stukken waar gewerkt wordt aan de dijkversterking wil het waterschap de dijk soms gedeeltelijk en soms volledig afsluiten. Dat doen we om de veiligheid van weggebruikers én dijkwerkers te kunnen waarborgen. Bij het afsluiten van de dijk garanderen we tegelijk dat hulpdiensten altijd toegang hebben tot het gebied. Dat geldt ook voor bestemmingsverkeer (omwonenden, werknemers, postbezorgers, etc.). Een bijkomend groot voordeel van het volledig afsluiten van de dijk is dat de uitvoering een stuk sneller gaat. Hierdoor duurt de overlast van de werkzaamheden zo kort mogelijk.

Ook opslag van bouwmaterialen rondom de dijk

Bij de dijkversterking rijdt zwaar materieel dus intensief op de dijk heen en weer. Bovendien moeten de benodigde bouwmaterialen in de buurt van de werkzaamheden tijdelijk worden opgeslagen. Soms kan dat in de uiterwaard aan de rivierzijde, maar niet altijd. En op plekken waar dat niet kan, krijgen bouwmaterialen, zoals damwanden, een plek op de dijk. Ook dat belemmert het doorgaand verkeer.

Omleiden van het (doorgaand) verkeer is lastige puzzel

Het werken aan een dijk is moeilijk te combineren met het normale verkeer dat over de dijk rijdt. Er zijn vrijwel geen uitwijkplaatsen. Het afsluiten van een deel van de dijk en het omleiden van het doorgaand verkeer is dan noodzakelijk. Op veel plekken is dit echter een lastige puzzel. Bijvoorbeeld doordat er dichtbij geen alternatieve routes zijn of dat mogelijke omleidingsroutes niet geschikt zijn voor veel extra verkeer. Voor de verkeersveiligheid moet dan worden gekozen voor een langere omleidingsroute. Samen met alle betrokken partijen doen we ons best om tot een zo veilig mogelijke oplossing te komen.

Overleg met gemeenten en provincie Utrecht

Het waterschap is eigenaar van de dijk en de gemeenten zijn eigenaar en beheerder van de weg. Daarmee zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de verkeersstromen en verkeersveiligheid. Ook de Provincie Utrecht is betrokken. De provincie is eigenaar van provinciale wegen die in de buurt van de dijk liggen (bijvoorbeeld de N210 in Lopik). Samen denken we na over een goed plan om het verkeer tijdens de dijkversterking in goede banen te leiden.

Zo'n plan gaat niet alleen over verkeer, maar bevat de afspraken rondom Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie tijdens de uitvoering van het werk; het BLVC-plan. Het BLVC-plan stellen we gezamenlijk op met de aannemer, de gemeente, de provincie en nood- en hulpdiensten. Daar waar het erg lastig is, betrekken we een extern adviesbureau voor een onafhankelijk advies. Zij helpen ons in die gevallen met het zoeken naar een passende oplossing die voor alle partijen acceptabel is.

Bij het totaal afsluiten van een deel van de dijk gelden een aantal uitgangspunten: