Landelijke aanpak veilige dijken
Toekomstbestendige dijkversterking Lekdijk
De Lekdijk wordt tussen Amerongen en Schoonhoven over een totale lengte van 55 km versterkt. Met deze dijkversterking zorgen we ervoor dat de dijk veilig blijft en ook in de toekomst een groot deel van Midden- en West-Nederland tegen overstroming beschermt.
De dijkversterking biedt kansen om de dijk en het omliggende gebied mooier te maken. We zetten in op een veilige dijk, die ruimtelijk aantrekkelijk is en die als verbindend element werkt voor onder andere water, mobiliteit, cultuur, recreatie en natuur.
De versterking van de Lekdijk staat niet op zichzelf. Zij is onderdeel van de landelijke aanpak om Nederland te beschermen tegen hoogwater en overstromingen. Hierbij werken de waterschappen samen met het Rijk in onder meer het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).
Landelijke aanpak
Na het hoogwater van 1993 en 1995 hebben de rivieren op veel plekken meer ruimte gekregen en zijn de dijken met spoed versterkt. Dat heeft ons land een stuk veiliger gemaakt, maar er is meer nodig. De klimaatverandering vraagt om extra veiligheidsmaatregelen en we willen een volgende grote overstroming voorkomen. Zonder onze dijken en duinen zou zestig procent van Nederland regelmatig overstromen. Daarom werken de waterschappen en Rijkswaterstaat altijd aan sterke(re) dijken en ruimte voor rivieren.
Betrokken partijen bij ‘Sterke Lekdijk’
Naast het waterschap en het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat Midden Nederland) doen ook de provincies Utrecht en Zuid-Holland mee, en alle gemeenten ten noorden van de Lekdijk (Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Lopik en Krimpenerwaard).
Financiering
Het programma Sterke Lekdijk wordt betaald door het Rijk (90%) en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (10%). De totale kosten bedragen enkele honderden miljoenen euro's.
De beermuur bij Wijk bij Duurstede
Bescherming tegen hoog water
Foto: Tineke Dijkstra