Landelijke aanpak veilige dijken
De versterking van de Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven maakt deel uit van een landelijke aanpak voor veilige dijken. Hierbij werken het Rijk en de waterschappen nauw samen om heel Nederland veilig te maken. Dit gebeurt vanuit het Deltaprogramma en het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Verdeling van kosten
Het Lekdijk-project wordt betaald door het Rijk en het waterschap. Het Rijk neemt daarbij 90% van de kosten voor zijn rekening (vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma) en het waterschap betaalt de overige 10%. Bij elkaar gaat het project enkele honderden miljoenen euro's kosten.
Wie doen er verder mee?
Naast de 'hoofdrolspelers', het waterschap en Rijk (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat Midden Nederland) doen ook de volgende partijen mee:
- Alle gemeenten ten noorden van de Lekdijk: Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Lopik en Krimpenerwaard;
- De provincies Utrecht en Zuid Holland.
De beermuur bij Wijk bij Duurstede
Bescherming tegen hoog water
Foto: Tineke Dijkstra
Een veilig Nederland met sterke dijken en ruimte voor rivieren
Nederland is kwetsbaar voor overstromingen. Zestig procent van ons land zou regelmatig onder water lopen zonder onze dijken en duinen. De waterschappen en Rijkswaterstaat werken daarom voortdurend aan sterke dijken en ruimte voor rivieren.
Na het hoogwater van 1993 en 1995 hebben de rivieren op veel plekken meer ruimte gekregen en zijn de dijken met spoed versterkt. Dat heeft ons land een stuk veiliger gemaakt. Maar er is meer nodig. We willen een volgende grote overstroming vóór zijn. De klimaatverandering vraagt om extra veiligheidsmaatregelen.
Daarom versterken de waterschappen en Rijkswaterstaat de komende dertig jaar 1.500 km dijken: de grootste dijkversterkingsoperatie ooit. Zo werken we aan een land waar je veilig kunt wonen, werken en recreëren.