Vragen en antwoorden
- Bewonersbijeenkomsten: Onze omgevingsmanagers hebben contact met de betrokken eigenaren. Ieder deelproject houdt regelmatig bijeenkomsten voor bewoners om informatie de delen, zaken de verduidelijken en/of om uw inzichten op te halen. Voor de werkgroep Sterke Lekdijk (bewoners van o.a. Vereniging Sterke Lekdijk en LTO) is een expertbijeenkomst over schade verzorgd. Tijdens deze expertsessie haalden we vragen en wensen op bij de bewoners en een (onafhankelijk) expert gaf antwoord. De input van deze bijeenkomst hebben we verwerkt in deze pagina over schade.
- Met elkaar in gesprek: Het waterschap is altijd bereid om in gesprek te gaan met mensen die aangeven dat te willen.
- Het waterschap voert voor, tijdens en na de werkzaamheden metingen uit: Onder punt 4 van de pagina over schade staat beschreven om welke metingen het gaat.
- Noodnummer beschikbaar: Het waterschap heeft de versterking van de Lekdijk opgedeeld in zeven deelprojecten. Als een deelproject alle stappen van de voorbereiding heeft doorlopen gaat het over in uitvoering. Tijdens deze uitvoeringsfase is de aannemer 24 uur per dag bereikbaar voor noodgevallen. Tijdens kantooruren is de omgevingsmanager van de aannemer in principe telefonisch bereikbaar (laat zo nodig een voicemailbericht achter, u wordt dan teruggebeld). Ook het waterschap heeft een calamiteitennummer en een calamiteitenorganisatie. Deze dienst is het hele jaar 24 uur (dag en nacht) bereikbaar via het algemene nummer van het waterschap (030) 634 57 00.
- Goede informatievoorziening via website, folder en nieuwsbrieven: Een dijkversterkingsproject als Sterke Lekdijk komt letterlijk dichtbij mensen. De dijk die wij moeten versterken, loopt langs de huizen en soms door tuinen. Het is logisch dat er zorgen bestaan. We doen er alles aan om eigenaren en bewoners goed te informeren over wat we doen en wanneer, over mogelijke schade en onderzoeken die we doen. Behalve informatie op deze website geven we ook digitale nieuwsbrieven en folders uit.
- Lessen geleerd van andere waterschappen: Voor de afhandeling van schades heeft het waterschap geleerd van andere waterschappen bij dijkversterkingen. Het waterschap heeft de regie op het schadeproces naar zich toegetrokken. Dat betekent dat wij als waterschap het eerste aanspreekpunt zijn voor eigenaren en dat wij verantwoordelijk zijn voor het afhandelen van de schade. Het eerste aanspreekpunt daarbij is de omgevingsmanager van het waterschap.
- Zogenoemde zettingen (beweging van panden) treden alleen op als we de dijk of bermen ophogen en dat doen we bijna nergens.
- In de periode 10 tot 100 dagen na ophoging treedt net zoveel op als in de periode 100-1000 dagen (1000 dagen = ongeveer drie jaar) en de periode 1000-10.000 dagen (10.000 dagen, ongeveer 30 jaar). Kortom: als er in de periode tot drie jaar niets gebeurt, is er in de jaren daarna ook niets te verwachten.
- We weten op basis van satellietmetingen over vrijwel de hele dijk hoeveel deze de afgelopen 10 jaar is gezet (zonder dat er is opgehoogd). Deze natuurlijke zetting is op de meeste plaatsen 1 tot 3 cm. Dat is zo weinig dat dit geen effect heeft op de huizen naast de dijk. Omdat we bij de dijkversterking weinig tot niet ophogen, is er nauwelijks iets te verwachten voor de toekomst en kunnen we volstaan met meten tot 3 jaar na afloop van de werkzaamheden.
Hoe bepaalt het waterschap tot welke afstand vanaf de werkzaamheden aan de dijk schade kan ontstaan?
Door specialisten in de bouw zijn verschillende rekenmodellen ontwikkeld. Die modellen berekenen nauwkeurig hoe ver de invloedsfeer van de werkzaamheden aan de dijk reiken. Met andere woorden: tot hoe ver vanaf de dijk zijn bijvoorbeeld trillingen merkbaar en is daardoor schade te verwachten? Bij Salmsteke was dit bijvoorbeeld berekend op 30 meter vanaf de werkzaamheden. Het waterschap heeft daar metingen laten uitvoeren voor alle panden en gronden tot 100 meter vanaf de werkzaamheden.
Uw huis voelen trillen en kopjes horen rinkelen kan als angstig worden ervaren. Vaak lijkt het erger dan het is. Woningen binnen de invloedssfeer van de werkzaamheden zijn meestal uitgerust met trillingsmeters. Die meters worden tijdens de werkzaamheden nauwlettend in de gaten gehouden: hiermee ziet de aannemer of de toegestane normen niet worden overschreden. Op het moment dat normen worden overschreden, zal de aannemer ingrijpen.
Trillingsmeters op panden en opstallen die door speciale werkzaamheden meer risico lopen, worden tijdens de werkzaamheden bemand. Zo kan direct worden ingegrepen door de aannemer als dat nodig is.