2500 m natuurvriendelijke vooroevers gerealiseerd in Slimmenwetering Zegveld
Twaalf veehouders die met hun land tegen de Slimmenwetering in Zegveld aan liggen, hebben hun oevers beschermd. Samen met het Collectief Rijn, Vecht en Venen en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zijn natuurvriendelijke vooroevers aangelegd. De oevers zijn aangelegd langs percelen die door wind en waterstroming erg veel last hebben van afkalving. Zo ontstaat een levendige wetering die toekomstbestendig is.
De aangelegde natuurvriendelijke vooroevers hebben diverse voordelen. Naast het voorkomen van oeverafslag, zorgen ze ook voor een betere waterkwaliteit, omdat er geen grond meer in het water terecht komt. Bovendien zorgen de natuurvriendelijke vooroevers voor meer begroeiing van de kant, dat een goed leefgebied is voor de insecten, kleine zoogdieren, salamanders, kikkers en voor bijzondere vogels zoals de purperreiger. Zo creëren we een levendige wetering.
Levendige wetering
In totaal is 2500 meter natuurvriendelijke oever aangelegd bij verschillende veehouders. In de wetering is een beschoeiing aangelegd tussen de 1 en 3 meter van de kant. De beschoeiing ligt net onder water. In de ruimte tussen kant en beschoeiing zullen spontaan oeverplanten gaan groeien die met hun wortelpakket de oever verstevigen. De beschoeiing en de oeverplanten zorgen zo samen voor minder afslag van de kant. Op enkele plekken in de wetering zijn drijfbalken neergelegd, waarachter het water rustiger kabbelt. Deze balken bewegen met het water mee, maar breken wel de golven. Op die manier is er minder afslag van de oever.
Belang voor biodiversiteit
Kenmerkend voor een natuurvriendelijke oever is de natuurlijke overgang tussen nat en droog. Daardoor zijn ze van groot belang voor de biodiversiteit. Na de aanleg sluiten de boeren een overeenkomst af met het collectief Rijn, Vecht en Venen, waarmee ze garant staan voor een juist beheer van de natuurvriendelijke oevers.
Win-win situatie
Deze win-win-situatie is een initiatief van Rijn, Vecht en Venen.
Het project is mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van: de Europese Unie (Europese Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)), de provincie Utrecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.