Controle gewasbescherming fruitteelt
Gewasbeschermingsmiddelen beschermen gewassen tegen ziekten en plagen. Maar ze kunnen ook schadelijk zijn voor de planten en dieren die in het water leven. Daarom is juiste toepassing van de middelen belangrijk voor het behoud van schoon en gezond water en de natuur. Hier houdt het waterschap toezicht op.
Wat doet het waterschap?
Om mens, dier en milieu te beschermen moeten gewasbeschermingsmiddelen aan wettelijke eisen voldoen. Het waterschap houdt toezicht op landbouw- en tuinbouwbedrijven ten aanzien van de wet- en regelgeving over het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen.
Waarom voert het waterschap gerichte controles uit?
Het waterschap zet zich in voor een gezonde waterkwaliteit. Als gewasbeschermingsmiddelen in het water terechtkomen, heeft dit direct negatief effect op het leven in en om het water, zoals vissen, insecten en waterplanten. Daarom controleren we erop dat er deze middelen niet in het water terechtkomen.
Uit controles van onze toezichthouders in 2024, bleek dat de regels omtrent gewasbeschermingsmiddelen niet altijd worden nageleefd. Onze toezichthouders voeren daarom dit jaar gerichte controles uit in boomgaarden.
Wat zijn de mogelijke gevolgen van een overtreding?
Bij een overtreding kan het waterschap een waarschuwing geven of handhavend optreden. In het laatste geval wordt een rapport van bevindingen opgemaakt en doorgemeld aan de NVWA. Dit kan leiden tot een geldboete en/of een vermindering van de GLB-subsidie door de RVO. Naleving van milieuregels is voor de sector van belang, om een effectief middelenpakket te behouden.
Samenwerken aan gezond water
Het naleven van milieuregels is essentieel voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Zowel de sector als het waterschap hebben er belang bij dat het water schoon blijft. Zo zetten we ons samen in voor een gezonde en duurzame teeltomgeving.
Contact
Heeft u vragen over dit onderwerp? Onze toezichthouders staan voor u klaar. Neem contact op door te mailen naar [email protected] of bel (030) 634 57 00.
Milieuregels gewasbeschermingsmiddelen
Er zijn veel milieuregels voor het gebruik en de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. De regels waarop het waterschap controleert zijn:
Wettelijk gebruiksvoorschrift
Bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moet altijd worden voldaan aan het wettelijk gebruiksvoorschrift (de aanwijzingen op het etiket). De controle van het waterschap richt zich voornamelijk op de watergerelateerde voorschriften, zoals de driftreductie en teeltvrije zone.
Advies: lees het wettelijk gebruiksvoorschrift nauwkeurig. Meer informatie vindt u op de website van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Driftreductie
Verminder de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen naar water of natuur met behulp van speciale technieken en spuitdoppen. De minimale driftreductie-eis is 75% bij een teeltvrije zone van 4,5 meter en 90% bij een teeltvrije zone van 3,0 meter. Op veel etiketten staat een hogere driftreductie-eis, zoals 95%, 97,5% of 99%. De zwaarste driftreductie-eis moet worden aangehouden. Op de lijst met driftreducerende spuittechnieken (DRT-lijst) en driftreducerende spuitdoppen (DRD-lijst) kan gecontroleerd worden aan de juiste eisen wordt voldaan. Bekijk ook het informatieblad van de spuittechniek. Bekijk de actuele lijsten via de link hiernaast.
Advies: controleer of de spuitmachine voldoet aan de driftreductie-eisen met de actuele DRT-lijst (tabel 2 en 3), DRD-lijst (tabel 6A en 6B) en informatiebladen.
Windsnelheid
Het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen is toegestaan tot een windsnelheid van 5 m/s. In het geval van een teeltbedreigende situatie mogen gewasbeschermingsmiddelen gespoten worden bij een hogere windsnelheid, mits dit aantoonbaar is.
Advies: bekijk de weersverwachting en actuele windsnelheid op de website van het KNMI.
Keuringsbewijs
Alle boomgaard- en onkruidspuiten die gebruikt worden voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, moeten goedgekeurd zijn en beschikken over een SKL-keuringsbewijs. Handgedragen apparatuur en rugspuiten zijn vrijgesteld van de keuring. Nieuwe spuiten moeten binnen drie jaar na de aankoopdatum worden gekeurd.
Bewijs van vakbekwaamheid
Voor het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen is een geldig bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie) vereist. Dit is ook nodig voor de ontvangst en opslag van gewasbeschermingsmiddelen op een bedrijf. In principe moet over een licentie Bedrijfsvoeren Gewasbescherming beschikt worden. In sommige gevallen is de licentie Uitvoeren Gewasbescherming voldoende. Iedere spuitlicentie is 5 jaar geldig. Voor verlenging moeten kennisbijeenkomsten gevolgd worden. Meer informatie vindt u op de website van Bureau Erkenningen.
Advies: controleer de keuring van de boomgaard- en onkruidspuiten en de geldigheid van het bewijs van vakbekwaamheid.