Transcriptie eeuwigdurende obligatie 1624
Transcriptie en Engelse vertaling van de obligatie van Hoogheemraadschap Lekdijk Bovendams uit 1624
Transcriptie: Dorine van Maarschalkerweerd MA
Vertaling: Prof. Dr. Joost Jonker
Transcriptie
Ick Didirck Mode Canonick der kercke van Ste Marien binnen Utrecht tegenwoordich Cameraer van den Leckendijck bovendams bekenne bij desen in dier qualiteit ende achtervolgende de resolutie van de heeren dijckgraeff ende heemraden van den voors Leckendijck in dato den IXen december XVIc vier ende twijntich ende de acte van auctorisatie van de gedeputeerden vande Edele Mogende heeren Staten van den lande van Utrecht in dato den negenden december voorseijd daerop gevolcht schuldich te zijn ende vercoft te hebben aen ende ten behoeve van Elsken Jorisdochter hare erve ofte t recht daer van hebbende om de somme van een duijsent twee hondert karolus guldens die ick bekenne vande voornoemde Elsken Jorisdochter ten vollen ontfangen ende ten behoeve ende tot het maecken een nijeuw hooft twee rijsbermen ende het re[ch]t door dijcken den ingebroocken Leckendijck achter Twaell die (Godt becort) door den grooten noot van t water ende stercken ijskaer op den nijeuwen jaersdaech XVIc vier ende twijntich wadich geworden was. weder uutgekeert ende verstreckt te hebben vijff ende t zeventich carolus karolus guldens van twijntich stuivers t stuck des jaers erfelijke lossrenthen, te betalen d’een helfte der renthen voorseijd op den negende junij XVIc vijff ende twijntich ende d ander helfte den IXen decembris daeraen volgende ende soo voorts alle halff jaer tot afflossinge toegeduurende ende dit all ende geheell vrij gelt van allen schattingen impositien ofte lasten hoe men die [noemen] ofte versieren soude mogen egeen uutgesondert mit sulcke voorwaerden dat ick ofte mijne nacomelingen […..] vanden voorseijden Leckendijck de voorseijde renthen tot allertijt alst ons belieft sullen mogen vrijen, lossen ende affcoopen tot eenenmael teffens ende niet aen parten ofte deelen mette somme van een duijsent twee hondert karolus guldens paijements voorseijd daer den minsten penninck aff wesen sall eenen gevalueerde stuijver all voor date desen gemunt ende mits betalende de renthen dan daer aff verschenen ende onbetaelt wesende ende dat ick ende mijne nacomelingen inde qualite als voren den inhouden van desen belijden en de acte van condemnatie daer op ende over doen ende laten passeren sullen voor den hove van Utrecht ofte elders daer men des
begeert all tot mijn ende mijnen nacomelingen costen terstont tot vermaninge. Ende op dat tot alle tijden blijcken mach dat all [t gene] voorschreven staet door resolutie ende auctorisatie als boven geschiet es. ende ten eijnde part[hijen] te beter verseeckert mogen zijn sal men deselve resolutie [ende] approbatie in dorso van desen doen stellen ende onderteijckenen sonder arch. Des t’eenen ofte [ander] hebbe ick Didirck Mode voornoemt inde qualite ende door auctorisatie als voren desen brieff met mijn eijgen hant onderteijckent ende mijn Segell hier onder aen gehangen op den Xen Decembris Sesthien hondert vier ende twijntich.
Translation in English
I, Didirck Mode, Canon of the Church of St Mary within Utrecht present Treasurer of the Leckendijck Bovendams declare herewith, in that function and following the decision of the Gentlemen Dike Governor and Board of the said Leckendijck dated the 9th December 1624 and the subsequent deed of authorisation of the executive committee of their Mightinesses the Estates of the province of Utrecht dated the 9th of December aforesaid, to owe and have sold to and for the benefit of Elsken Jorisdaughter, her inheritors or anyone possessing claim the sum of one thousand two hundred Carolus guilders which I declare to have received in full from the said Elsken Jorisdaughter for the purpose of building a new quay, two willow shore guards and a straight new dike stretch for the damaged Lek dike beyond Tiel which (God willing) because of the very high water and strong ice drift on New Year’s Day 1624 broke. [I also declare] to have awarded and given 75 Carolus guilders of twenty stivers apiece per year as heritable annuity, to be paid one half of the annuity aforesaid on the 9th of June 1625 and the other half the 9th of December following and so on every six months until repayment with all payments entirely free of all taxes, impositions or burdens of whatever name or title none excepted. On such conditions that I or my successors [unreadable] of the aforesaid Leckendijck may, at any time when it pleases us, extinguish, repay, and buy back the said annuity in full at once and not in parts or fractions with the sum of one thousand two hundred Carolus guilders aforesaid and not a penny less and the stiver valued as those minted before this date on condition of paying the interests then due and unpaid and on condition that I and my successors in the aforesaid function accept the contents of this and will register and pass a deed of obligation pertaining to it before the Court of Utrecht or elsewhere if so desired at my cost or that of my successors at once on demand. And in
order that it may be clear forever that everything written here has been effected by the decision and authorisation mentioned above, and in order that parties may be better assured, that decision and approval will be written on the back of this and signed without reserve. Towards that end have I, aforesaid Didirck Mode, in the function and by authorization as above, signed this document with my own hand and affixed my seal thereunder on the 10th December 1624.
Obligatie van 1624, uitgegeven op 10 december 1624 door Dirck Modé
Eigendom: Archief New York Stock Exchange