Meest gestelde vragen agrarische activiteiten in teeltvrije zones
Er geldt een zorgplicht voor agrarisch werk aan het water, op het water en aan de dijk. Dit betekent onder andere dat u verplicht bent bij schade of vervuiling zo snel mogelijk een melding te maken bij de wachtdienst. Melden van incident of overlast - HDSR
Tip
Voorkom dat mest, door verplaatsing van de sleepslang met de sloot in aanraking komt.
Ga naar de voorbeelden
De teeltvrije zone begint bij de insteek van de watergang en loopt tot het hart van de eerste gewasrij. De breedte van de teeltvrije zone verschilt per gewas. Op deze pagina kunt u onder het blok "Wet- en regelgeving" de actuele afstanden vinden. Let op !! een teeltvrije zone en een bufferstrook zijn twee verschillende stroken ze kunnen elkaar in de praktijk overlappen. De breedte van de teeltvrije zone wordt bepaald door het gewas wat wordt geteeld. De breedte van de bufferstrook wordt bepaald door de RVO.
De teeltvrije zone beperkt dat er verontreinigende stoffen in oppervlaktewater terecht komen. De teeltvrije zone heeft een vangnet functie, omdat niet altijd de beoogde driftreductie wordt gehaald en het vermindert afspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater.
Het talud is het deel van het perceel dat van het maaiveld schuin tot aan de watergang loopt.
Handhavers van het waterschap controleren op de wet- en regelgeving. Bij sprake van een overtreding kan het waterschap bestuursrechtelijk of strafrechtelijk handhaven.
Een teeltvrije zone is een strook land naast de watergang. Deze zone mag niet worden bespoten en bemest. Uitzondering binnen de teeltvrije zone is alleen onkruidbestrijding met een afgeschermde spuitkop. , Het verbod op bemesten geldt voor het uitrijden en niet voor de uitwerpselen van bijvoorbeeld koeien. In de teeltvrije zone mogen wel gewassen aanwezig zijn, anders dan het hoofdgewas. De breedte van een teeltvrije zone begint bij de insteek van de watergang tot aan het hart van het gewas. De breedte van de teeltvrije zone verschilt per gewas.
Als het perceel langs een ecologisch waardevolle beek ligt, dan geldt altijd een teeltvrije zone van 500 centimeter. Het water in de beek geniet een bijzondere bescherming vanwege de ecologische betekenis. Deze beken zijn aangewezen in artikel 3 Uitvoeringsbesluit meststoffenwet.
Een braakliggend perceel heeft een teeltvrije zone van tenminste 50 cm van de insteek van een watergang.
Spuiten en bemesten langs de teeltvrije zone
Op de strook gelegen naast de teeltvrije zone moet gebruik gemaakt worden van kantdoppen. De doppen moeten ervoor zorgen dat alleen neerwaarts wordt gespoten en niet zijwaarts. De doppen mogen maximaal 50 cm boven het gewas of de kale grond zijn.
Bij de toepassing van korrelvormige of poedervormige meststoffen, moet een kantstrooivoorziening worden gebruikt in de zone direct naast de teeltvrije zone. De kantstrooivoorziening moet ervoor zorgen dat verspreiding naar oppervlaktewater wordt voorkomen. Door schuinstelling van de voorziening en het uitzetten van de strooischijven kan dit worden bereikt.
Op de afbeelding ziet u een sloot tussen twee percelen. De insteek bepaald u door 2 stokken te gebruiken, waarbij u de eerste stok langs het talud legt en de tweede stok op het maaiveld, zoals weergegeven op de afbeelding. Het snijpunt van de twee stokken wordt de insteek genoemd.
Voor het bemesten op een waterkering/dijk gelden regels om de veiligheid en stabiliteit van onze waterkeringen te beschermen. Meer informatie hierover vindt u onder het blokje "Wet- en regelgeving".