Veelgestelde vragen over het vaarverbod van brandstofmotoren op de Kromme Rijn
Al in 2015 is in het bestuur van het waterschap de intentie uitgesproken om op de Kromme Rijn alleen het varen met duurzame geluidsarme vaartuigen toe te staan. Jarenlang zijn vergunningen voor boten met een brandstofmotor uitgegeven voor één jaar, omdat het waterschap af wil van boten met een brandstofmotor. Het is een wens die gedeeld wordt door de gemeenten Utrecht en Bunnik.
Het doel is om door het terugdringen van het aantal vaarbewegingen op de Kromme Rijn de waterkwaliteit te verbeteren, de recreatieve druk terug te dringen, de vaarveiligheid te vergroten en natuurwaarden te versterken.
Allereerst is de hoeveelheid motorbootjes enorm toegenomen de afgelopen jaren. Verleenden we in 2011 nog 5 vergunningen voor een motorbootje, in 2022 waren dat er ruim 200. Gemotoriseerd varen zorgt voor werveling van de bodem en golfslag. Al deze vaarbewegingen hebben een negatieve impact op de watergang en de ecologie van de (natuurvriendelijke) oevers. Een sterke afname van het aantal vaarbewegingen beperkt deze impact en levert naar verwachting een positieve bijdrage aan de ecologische waterkwaliteit en ontwikkeling van waterplanten.
Op dit moment gebruiken we nog gemotoriseerde boten voor het maaionderhoud van de Kromme Rijn. Met ingang van 2025 willen we het maaionderhoud op de Kromme Rijn met een elektrischt boot laten uitvoeren. Met het efficiënt inzetten van elektrisch materieel in snel stromende riviertjes als de Kromme Rijn is nog niet veel ervaring opgedaan, maar de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch varen gaan snel.
Voor ander onderhoud, zoals het plaatsen van beschoeiingen of baggeren, worden pontons gebruikt. De duwboten die nodig zijn voor het transport van de pontons zijn nog voorzien van een brandstofmotor omdat de capaciteit van de accu’s tot nu toe ontoereikend is voor dit zware werk. Maar ook hier is onze inzet om, zodra er mogelijkheden zijn, over te gaan op emissieloze vaartuigen.
De bovenloop tussen Wijk bij Duurstede en Werkhoven is smaller, minder diep en daardoor ook kwetsbaarder vanuit het oogpunt van veiligheid en ecologie. Om die reden gold er al een verbod op dat deel van de Kromme Rijn.