Besturen waterschappen geïnformeerd over voortgang Capaciteitstoename KWA

Gepubliceerd op 27 mei 2016

Woensdag 25 mei 2016 zijn de bestuurders van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap van Rijnland geïnformeerd over de voortgang van het project Capaciteitstoename KWA. Dit is een project om in tijden van droogte verzilting in het westen van Nederland tegen te gaan.

Tussenresultaten

Tijdens de bijeenkomst, waar ook mensen van onder meer Rijkswaterstaat aanwezig waren, werden de aanwezigen geïnformeerd over de tussenresultaten van het project en de oplossingsrichtingen voor de verschillende tracés.

Animatie

Om duidelijk te maken waarom West-Nederland in zeer droge perioden behoefte heeft aan aanvoer van zoet water vanuit het midden van het land, hebben de twee waterschappen een animatie laten maken. De bestuurders kregen hiervan de première tijdens de bijeenkomst.

Zoet water enorm belangrijk voor West-Nederland

Op de bijeenkomst werden drie stakeholders geïnterviewd: een agrariër in de Lopikerwaard, de voorzitter van Plant- en Sierteelt Boskoop en een bestuurder van LTO-Noord. De interviews toonden aan dat zoet water van groot belang is voor de verschillende functies in West-Nederland. Het betreft dan onder meer natuur, drinkwater, diverse teelten, industriewater en landbouw. Een voorbeeld is de bollenteelt in het gebied. Deze beslaat driekwart van de wereldmarkt en is goed voor een omzet van ruim € 1 miljard. Het zou desastreus zijn als deze functie wordt aangetast door verzilting.

Waterbesparende maatregelen

Uit de interviews kwam ook naar voren dat de verschillende sectoren hard bezig zijn om waterbesparende maatregelen te bedenken, maar dat dit niet eenvoudig is. Zo wil Plant- en Sierteelt best ‘slimmer’ gaan beregenen, maar dat stelt dan weer andere eisen aan het oppervlaktewater of het opslaan van water in een reservoir.

'Begrip'

De agrariër in de Lopikerwaard heeft begrip voor de situatie van de ‘buren’ in West-Nederland. Hij vindt het wel jammer dat het Rijk voor een adaptieve aanpak van de zoetwaterproblematiek heeft gekozen. Liever had hij een grootschaliger aanpak gezien in de vorm van afdammen van de Hollandse IJssel bij Krimpen aan de IJssel of een oplossing in de Nieuwe Waterweg. Verder moet er bij de planuitwerking goed naar de eigendommen worden gekeken en is grond voor grond de meest haalbare kaart indien er verbreed moet gaan worden, vindt hij.

Flinke impact

De aanwezigen gingen ook naar buiten, onder meer naar het waterknooppunt Polsbroek. Hier werd voor iedereen zichtbaar dat het verbreden van watergangen in de Lopikerwaard, onderdeel van de oplossingsrichting, een flinke impact zal gaan hebben op het landschap en de eigenaren. Staatsbosbeheer, eigenaar van een aantal percelen in het gebied die onder de Ecologische Hoofdstructuur vallen (Natuurnetwerk Nederland), heeft aangegeven actief mee te willen denken naar een oplossing voor de doorvoer van zoet water tijdens droogte.


Zie ook

  • Achtergrond project Capaciteitstoename KWA